Blues is een muziekgenre die ontstaan is tussen 1860 en 1900. De stijl kwam voor uit muziek die slaven uit Afrika in Zuid-Amerika maakten. Slaven hadden op de boot niks te doen de hele dag. Door muziek te maken (alleen of samen, met of zonder instrumenten) konden ze hun stress verminderen en hun pijn te verzachten. De instrumenten maakten ze zelf.

De naam Blues is ontstaan in de scheepvaart. Als de kapitein of een andere officier van een schip was overleden of weggegaan, dan werd er tijdens de rest van de reis een blauwe vlag uitgestoken en bij binnenkomst van de thuishaven werd er een blauwe band op de boot geschilderd. Aangezien de slaven de muziek op dat soort boten maakten, werd de stijl Blues genoemd.

Heel af en toe werden er ook scheldwoorden in de tekst van de muziek gebruikt. Op deze manier konden ze de bewakers uitschelden zonder dat ze wisten dat ze werden uitgescholden.

Toen de slaven rond 1914-1918 meer naar de steden verhuisde, kreeg de Blues ook meer een stedelijke stijl. Vanaf de jaren 30 kwam ook meer het gebruik van elektrisch versterkende instrumenten en een hoger tempo. Door deze methode zou een deel van de rock-'n-roll zo kunnen ontstaan.

Door het ontstaan van Rock werd er minder naar Blues geluisterd, maar ondanks dat werd de Blues stijl toch weer opgepikt aangezien britse rockbands, zoals Rolling Stones en Led Zeppelin, de blues stijl in hun muziek gingen toevoegen. er werden instrumenten gebruikt als de gitaar, de elektrische gitaar, drums, blaasinstrumenten (denk aan trompet of saxofoon) en/of aangevuld met zang.

Wat is kenmerkend voor Blues?

Het bijzondere van Blues is dat de maten vrijwel allemaal hetzelfde zijn en na 12 maten worden herhaald. Deze worden ingedeeld in vierkwartsmaten, waarvan van de vierde een soort Turn Around word gevormd. In bijna alle Blues bands word dit gebruikt.